Dertig kerstpoppen
Het is natuurlijk een beetje gek: een kerel die dertig kerstmannen repareert.
In zijn voortuin. In september.
Het gebeurde anderhalve maand geleden in het stadje Kampen.
Het heerschap zat op een campingstoel met een schroevendraaier in de aanslag. Om hem heen lagen dertig reuze-kerstmannen. Van plastic.
Het leek wel een Amerikaans openluchtmuseum.
Eén kerstman zat op een raket. Eén bungelde aan een wasdraad. Een derde lag te snurken in zijn halve maan.
‘Hoe kan dat, hoe kan dat,’ prevelde ik zacht en opgewonden.
We raakten aan de praat, het heerschap en ik.
‘De buren noemen me een hoarder’, fluisterde hij dichtbij mijn oor.
‘Hoezo?’ vroeg ik onnozel, terwijl ik ondertussen schaamteloos door het keukenraam naar binnen gluurde.
‘Ik verzamel álles wat met kerst te maken heeft,’ vertelde hij glunderend, ‘servetten, sokken, pannenlappen, glazen, tafelkleden, slaapmutsen, limonaderietjes. Mijn ieniemienie-huis staat propvol.’ Hij wees naar het keukenraam.
Hmm.
Mijn adem stokte.
‘Schiet u niet een héél klein beetje door?’ vroeg ik. Want – hallo - het was immers september.
‘Neuh,’ grapte de man, duidelijk in zijn nopjes, ‘ik word er gewoon stikgelukkig van.’
Ik haalde diep adem – van geluk. Hij deed me denken aan Rudolph the Red Nosed Reindeer. Ik vond hem meteen superaardig en stiekem wilde ik dat ik een beetje hem was. Omdat hij niet bezig was met de meest hippe iPhone of Squid Game of my all-time favorite: Peaky Blinders. En als hij even naar de w.c. moest wachtten er dertig kerstmannen op hem.
Dat geluk heeft niet iedereen.
We namen afscheid.
‘Ik kom binnenkort terug,’ riep ik, terwijl ik met mijn autosleutel zwaaide.
‘Leuk!’ riep de man, ‘dan zijn mijn kerstmannen verlicht!’
Op de terugweg dacht ik na over mijn kers(t)verse nieuwe vriend. Ik hou ervan. Van mensen met vreemdsoortige hobbies. Niks ingewikkelds, maar gewone mensen zoals jij en ik. Ik herken mezelf wel in hem. De passie waarin je jezelf volledig verliest. Dat gelukzalige gevoel waar geen einde aan lijkt te komen.
In december ga ik terug. Dan neem ik glühwein mee en dan kletsen we over het leven en kerstsokken. Want ik heb, behalve een verslavende passie, ook een enorme liefde voor andersom kijkers. Het maakt het leven drieduizend keer interessanter. Buiten de gebaande paden vindt de magie plaats.
Ik wens je een mooie herfst(zon)dag. Glimlach en verwonder je. Maak een praatje met de buurman die nooit ‘hoi’ zegt. Misschien is hij stiekem een gepassioneerd vioolspeler. Of een verzamelaar van vintage behang.
Jajaja.
Kortom: verbaas je af en toe. Zonder een nieuwsgierige blik is er niks aan, aan het leven.
Geloof mij nou maar.
Spreken we dat even af, jij en ik? Fijn. Dan gaan we weer verder. Met leven, schilderen, tekenen, pret maken.
En begin op tijd met de kerstversiering.
Het is december voordat je het weet. En als de sneeuw straks gesmolten is heb jij kerstspijt.
Fijne herfstdagen!